Vastgoedonderzoek van ING: 74% van de woningeigenaars heeft stappen ondernomen om energie te besparen
ING verwacht dat de woningprijzen in 2025 met 3% zullen stijgen
Brussel - Uit een studie van ING België1 blijkt dat de betaalbaarheid van energiezuinige woningen alleen maar zal verslechteren met de aankomende verscherping van de wetgeving. Bovendien zal er een einde komen aan de afwachtende houding van de kopers in de markt, wat in combinatie met de overheidsmaatregelen voor 2025, een opwaarts effect zal hebben op de huizenprijzen in België. Alissa Lefebre, econoom bij ING en auteur van het onderzoek, voorspelt een gemiddelde prijsgroei van 3% in 2025. Uit het onderzoek van ING België blijkt ook dat 74% van de woningeigenaars ten minste één renovatie heeft uitgevoerd in de afgelopen drie jaar, terwijl op de huurmarkt slechts 38% van de eigenaars dit heeft gedaan. Amper 8% van de Belgen ondernam renovatiewerkzaamheden uit duurzaamheidsoverwegingen. Energiebesparingen zijn de belangrijkste motivatiebron voor eigenaren om te renoveren (65%).
De eerste bevinding van de ING België vastgoedenquête is dat meer dan de helft van de Belgen gelooft dat het kopen van een woning momenteel onbetaalbaar is. De meerderheid van de ondervraagden is er ook van overtuigd dat de betaalbaarheid van energiezuinige woningen alleen maar zal verslechteren als gevolg van strengere milieuwetgeving, terwijl slechts 34% hetzelfde denkt over energieverslindende woningen. Bovendien denkt 63% van de Belgen dat vooral jonge kopers het moeilijker zullen hebben om een woning te verwerven.2 De daling van de hypotheekrente in 2024 heeft de betaalbaarheid echter verbeterd, omdat potentiële kopers opnieuw meer kunnen lenen voor dezelfde maandelijkse betaling. De verbeterde betaalbaarheid heeft een positief effect gehad op het aantal transacties op de markt, dat in het tweede kwartaal van 2024 weer aanzienlijk is gestegen en dat naar verwachting in 2025 zal blijven stijgen, aldus de economen van ING.
Veranderingen in de wetgeving zullen een opwaartse impact hebben op de woningprijzen
De invoering van verplichte renovatie in Vlaanderen heeft een duidelijk prijsverschil gecreëerd tussen woningen met een goede of slechte energiescore. Vooruitblikkend zullen een aantal door de verschillende regeringen aangekondigde maatregelen een effect hebben op de vastgoedprijzen en/of de renovatiebereidheid van de Belgen in de komende jaren. Voor Vlaanderen voorspellen de economen van ING een bescheiden opwaartse impact van de wijziging in de registratierechten, terwijl voor Wallonië een meer significante prijsstijging wordt verwacht.
"De prijzen van energie-efficiënte woningen zouden sneller moeten blijven stijgen dan die van energieverslindende woningen", analyseert Alissa Lefebre, econoom bij ING België.
Voor woningen in Wallonië verwachten economen van ING dat de vraag zal worden gestimuleerd door de verlaging van de registratierechten, hoewel de afschaffing van de “wooncheques” dit effect zou kunnen verzwakken. Aangezien de verplichting om te renoveren bij verandering van eigenaar hier pas in 2026 van kracht wordt, wordt er een kleiner verschil in prijsevolutie verwacht afhankelijk van het EPC-label.
Huizenprijzen zullen stijgen met 3,0% in 2025 en 3,8% in 2026
Nu de hypotheekrente stabiliseert, verwachten economen van ING dat veel kopers hun huidige afwachtende houding zullen opgeven zodra ze zich realiseren dat de rente niet zal terugkeren naar het niveau van vóór 2022. Als gevolg hiervan voorspellen ze dat het aantal transacties in 2025 sterker zal stijgen, wat de prijsgroei zal ondersteunen. Uiteindelijk verwachten ze, door de prijsdaling in het tweede kwartaal van 2024, een zeer lage groei van de mediane prijs van residentieel vastgoed in België in 2024, van ongeveer 0,5%.
"In 2025 verwachten we dat de prijzen sterker zullen stijgen. De stabilisatie van de hypotheekrente, de loonindexering, de verlaging van de registratierechten, het tekort aan beschikbare woningen en veranderingen in de wetgeving creëren een omgeving waarin de vastgoedprijzen weer sterker zullen stijgen, met ongeveer 3,0% in 2025 en 3,8% in 2026 ", geeft Alissa Lefebre aan.
Fig. 5: Vastgoedprijstrends, inclusief prognoses van ING
Bron: Statbel, ING Research
Slechts 8% van de Belgen renoveert met het milieu in het achterhoofd
Tegen 2050 wil de Europese Unie klimaatneutraal zijn. In lijn met deze doelstelling heeft België besloten om een renovatietraject te starten. Volgens het ING-onderzoek is echter meer dan de helft van de Belgische bevolking niet op de hoogte van deze doelstelling, wat problematisch kan zijn gezien de aankomende verscherping van de Europese wetgeving. Ondanks dit gebrek aan bewustzijn heeft 74% van de ondervraagden die eigenaar zijn van hun gezinswoonst de afgelopen drie jaar ten minste één stap genomen om zijn woning energiezuiniger te maken.
"De belangrijkste redenen waarom Belgen renoveren zijn om geld te besparen op hun energiefactuur (65%), het wooncomfort te verbeteren (16%) en de waarde van hun woning te verhogen (10%). We stellen dan ook vast dat overtuigingen op het gebied van duurzaamheid niet in de top drie staan, in tegenstelling tot andere landen", analyseert Alissa Lefebre.
Fig. 6: Waarom heeft u de afgelopen drie jaar één of meer maatregelen genomen om uw woning energiezuiniger te maken?
(Vergelijking van landen waar het ING-consumentenonderzoek is uitgevoerd)
Bron: ING Consumentenenquête, oktober 2024
Wat het type renovatie betreft, investeren Belgen vooral in thermische isolatie (38%) van hun woning, energiezuinige toestellen (35%), zonnepanelen (30%) en een nieuw verwarmingssysteem (20%). Hoewel deze renovaties natuurlijk goed nieuws zijn om de Belgische woningvoorraad duurzamer te maken, zijn ze slechts een eerste stap in de goede richting.
Fig. 7: U hebt aangegeven dat u in de afgelopen drie jaar een of meer maatregelen hebt genomen om uw woning energiezuiniger te maken. Welke actie(s) hebt u ondernomen?
Bron: ING Consumentenenquête, oktober 2024
Energieprijzen, rentetarieven en renovatiekosten zijn de belangrijkste drijfveren achter de wens om te renoveren
Begin 2023 zagen de economen van ING een tijdelijke heropleving van de renovatieplannen, ondanks het feit dat de rente op dat moment in de lift zat. Dit vanwege het feit dat de hoogte van de energieprijzen een bepalende factor is voor de renovatiesnelheid van onze woningvoorraad. Dit neemt niet weg dat een op de vijf mensen zegt dat ze alleen zouden renoveren als de wet dat voorschrijft.
Bovendien worden er veel minder renovaties uitgevoerd in de huursector dan in de koopsector. Slechts 38% van de eigenaars van huurwoningen heeft zijn woning de afgelopen drie jaar gerenoveerd, wat een aanzienlijk verschil is met de 74% van de eigenaars.
###
Einde persbericht
ING RE Focus Oktober 2024 - NL.pdf
PDF - 187 Kb
Renaud Dechamps
Over ING
ING België is een universele bank die financiële diensten verleent aan particulieren, bedrijven en institutionele klanten. http://www.ing.com/ING België nv is een dochteronderneming van ING Groep nv via ING Bank nv ( www.ing.com ).
ING is een internationale financiële instelling met sterke wortels in Europa, die bankdiensten aanbiedt via haar dochteronderneming ING Bank. ING Bank wil haar klanten helpen een stap voor te blijven in hun leven en in hun werk. De ruim 60.000 medewerkers van ING verlenen persoonlijke en zakelijke bankdiensten aan klanten van de bank in meer dan 40 landen.
ING Groep is genoteerd aan de beurzen van Amsterdam (INGA NA, INGA.AS), Brussel en New York (ADR's: ING US, ING.N).
Duurzaamheid is een integraal onderdeel van ING's strategie, zoals blijkt uit ING's leidende positie in sectorbenchmarks. De MSCI-rating voor milieu, maatschappij en goed ondernemingsbestuur (ESG) van ING is bevestigd op "AA" in juli 2023. In december 2023 beschouwt Sustainalytics het ESG-beheer van materiële risico's van ING als 'sterk'. Aandelen ING Groep zijn ook opgenomen in de belangrijkste duurzaamheids- en ESG-indexproducten van de toonaangevende aanbieders Euronext, STOXX, Morningstar en FTSE Russell.
1 Dit onderzoek werd in oktober uitgevoerd door IPSOS in opdracht van ING onder een representatief panel van 1.000 Belgen. Een soortgelijk onderzoek werd ook uitgevoerd in Duitsland, Nederland, Spanje, Roemenië en Polen.
[2] Zie Fig. 4 van het ING-onderzoek naar onroerend goed.