Tentoonstelling Revolutions – Records & Rebels – 1966-1970

ING Art Center 24.10.2018 – 10.03.2019

De flowerpower herleeft in het ING Art Center, waar vanaf 24 oktober de tentoonstelling Revolutions – Records & Rebels – 1966-1970 te zien is. Deze gaat over de idealen, verlangens, utopieën en vrijheidsdrang van het einde van de sixties, maar ook over de militante strijd en de betogingen tegen het establishment.

Al deze culturele, sociale, artistieke en technologische revoluties, die plaatsvonden tussen 1966 en 1970, hebben hun stempel gedrukt op onze huidige levensstijl en beïnvloeden ook vandaag nog de manier waarop we naar de toekomst kijken.

Deze sociaal en cultureel bijzondere periode wordt gepresenteerd aan de hand van circa 350 voorwerpen uit de wereld van de mode, muziek, design, grafische vormgeving en fotografie. Via Sennheiser-hoofdtelefoons (specialist in AMBEO-technologie voor een 3D-geluidservaring) kunnen bezoekers van de tentoonstelling bovendien luisteren naar symbolische hits van The Beach Boys, The Beatles, The Rolling Stones, The Who, Janis Joplin enz. Dankzij deze muziekfragmenten en video’s die de gepresenteerde voorwerpen in hun context plaatsen, wordt de bezoeker echt ondergedompeld in de tijd van toen.

Deze tentoonstelling, die door het Victoria and Albert Museum is samengesteld, was voor het eerst te zien in Londen en heeft ook in Musée des Beaux Arts, Montreal en Fabbrica del Vapore, Milaan aangedaan. Voor de presentatie in België heeft het ING Art Center de inhoud aangepast door onderwerpen toe te voegen die specifiek verband houden met de Belgische geschiedenis. Zo komen de studentendemonstraties in Leuven, Jazz Bilzen en het Festival d’Amougies, dat als het eerste Woodstock van Europa wordt beschouwd, ook aan bod op de tentoonstelling. De foto van Frank Zappa op de affiche van de tentoonstelling is trouwens genomen tijdens het Festival d’Amougies.

De route voert langs verschillende thema’s: de Swinging Sixties, de tegencultuur, de consumptie, de protestacties en dissidentenbewegingen, de festivals en de opkomst van de communes, informatica en milieubeweging.

  • De bezoeker wordt zo uitgenodigd om kennis te maken met de Swinging Sixties, toen mode en muziek elkaar wederzijds beïnvloedden en de boetieks van Carnaby Street het epicentrum van de nieuwe ‘youthquake’ cultuur werden. 
  • De tegencultuur, die zich kenmerkt door een fel verzet tegen behoudzucht en autoritair gedrag, stelt alternatieve levenswijzen voor en geeft de aanzet tot betogingen tegen het establishment. De psychedelische beweging, die het ‘zichtbaar maken van de ziel’ nastreeft, overspoelt de maatschappij.
  • De nieuwe beschikbaarheid van kredieten zorgt voor een revolutie in de consumptiepatronen. ​ Tegelijkertijd maakt de reclamesector een razendsnelle ontwikkeling door. Design voor de massa en technologische vooruitgang worden aan de hele wereld geopenbaard. Door de rechtstreekse uitzending van belangrijke gebeurtenissen op televisie, zoals de eerste mens op de maan, komt de internationale actualiteit de huiskamers binnen.
  • In het buitenland breiden protestacties en dissidentenbewegingen zich uit. Politieke activisten strijden voor de verdediging van burgerrechten en de jongeren zijn solidair. ​ In veel landen komen tegenstanders van het Amerikaanse imperialisme in opstand tegen de oorlog in Vietnam. Che Guevara wordt het symbool van een jeugd die voor de bevestiging van de Niet-Gebonden landen strijdt. Politieke activisten en anti-establishment betogers veroveren stormenderhand de straten. In de Verenigde Staten passen Black Panthers, ‘gay liberation’ en feministische eisen in hetzelfde kader van minderheden die voor gelijke burgerrechten strijden.
  • Tegelijk met dit verzet nemen de studentenopstanden toe. In België leidt de beweging Leuven Vlaams tot een scheuring binnen de KU Leuven en de oprichting van de katholieke universiteit van Louvain-La-Neuve. In Parijs monden de studentenbezettingen en de protesten tegen het kapitalisme en de consumptiemaatschappij uit in de algemene staking van mei 1968.
  • Eind jaren zestig worden muziekfestivals het archetype van een revolutionaire bijeenkomstvorm die de deelnemers in staat stelt hun beeld van een gemeenschappelijke en tolerante samenleving gestalte te geven. Het Newport Folk Festival, het Isle of Wight Festival en Woodstock zijn voorbeelden van totaal meeslepende audiovisuele ervaringen
  • De Amerikaanse westkust wordt de bakermat van alternatieve communes die bezorgd zijn om het milieu en een utopische kijk op vooruitgang hebben die aan de ontwikkeling van de informatica ten grondslag ligt.

Enkele uitzonderlijke objecten en documenten die op deze tentoonstelling worden gepresenteerd, zijn het kostuum dat John Lennon droeg op de hoes van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band, het manuscript met de tekst van Lucy in the Sky with Diamonds, verschillende documenten met betrekking tot het festival van Woodstock, een elektrische gitaar van Pete Townshend van de WHO, de eerste rockartiest die zijn gitaar stuk sloeg op het podium, een verzameling kledingstukken van vooraanstaande stilisten uit de Londense shoppingcultuur in de jaren zestig, zoals Mary Quant, Jeff Banks, de kleermaker Rupert Lycett Green (Blades) en Ossie Clark (die een tourneekostuum voor Mick Jagger maakte), en een steen die tijdens de studentenopstand van 1968 uit de straat voor de Sorbonne werd getrokken.

De jaren zestig veroorzaken nog steeds felle debatten. De Britse muziekcriticus en auteur Ian MacDonald heeft het als volgt verwoord: “De werkelijke revolutie van de jaren zestig (...) was een innerlijke revolutie van het gevoel en de mening: een revolutie van de geest.” Een generatie burgers heeft haar idealen hoog gehouden door zich niet alleen een betere toekomst voor te stellen, maar ook de verantwoordelijkheid te nemen om deze tot stand te brengen.

Voor alle praktische informatie, afspraak op ing.be/kunst

Deze tentoonstelling is samengesteld door het Londense Victoria and Albert Museum, dat ook de exposities ‘David Bowie is’ en ‘Pink Floyd - Their Mortal Remains’ heeft geproduceerd. Ze is speciaal voor het ING Art Center aangepast en aangevuld door Patricia De Peuter en Anne Petre.
Scenografie: Pièce Montée, Gent