Structurele verschuivingen in de Belgische arbeidsmarkt

In de afgelopen decennia hebben de arbeidsmarkten in de ontwikkelde landen, ook in België, diepgaande structurele verschuivingen ondergaan.

ING Focus - Werkgelegenheid

In de afgelopen decennia hebben de arbeidsmarkten in de ontwikkelde landen, ook in België, diepgaande structurele verschuivingen ondergaan. Die hebben voornamelijk te maken met automatisering en delokalisatie, twee langetermijnontwikkelingen die ervoor zorgen dat een aanzienlijk deel van de bestaande taken, jobs en zelfs volledige beroepen in de rijke landen ofwel door computers en robots worden overgenomen, ofwel door werkenden in de opkomende landen. Aangezien het vooral gaat om middengekwalificeerde taken, banen en beroepen, is in vele ontwikkelde landen een polarisatie van de arbeidsmarkt ontstaan.

In deze publicatie stellen we vast dat van 2011 tot 2015 zich in België onder de oppervlakte van een zwakke werkgelegenheidsgroei (0,9% in totaal) drastische verschuivingen tussen beroepen hebben voorgedaan. In amper vier jaar tijd heeft de polarisatie van de Belgische arbeidsmarkt zich duidelijk verdergezet:

  • Enerzijds bleven de hooggekwalificeerde functies erop vooruit gaan. Het aantal managers en experten steeg van 2011 tot 2015 met resp. 16,3% en 13,6%, een stijging met ongeveer 178 000 jobs voor beide categorieën in totaal. Ook de laaggekwalificeerde functies zagen de werkgelegenheid groeien, maar in mindere mate. De werkgelegenheidsgroei van de laagst gekwalificeerde beroepen (zoals schoonmakers, straatverkopers, ongeschoolde arbeiders…) bedroeg 5,7%, ruwweg 26 000 eenheden. De groei van zowel de hoog- als laaggekwalificeerde jobs was bijna uitsluitend geconcentreerd in de dienstensector, wat heeft bijgedragen tot een verdere desindustrialisering van de Belgische werkgelegenheid.

  • Anderzijds zijn een groot aantal middengekwalificeerde beroepen op amper vier jaar tijd drastisch teruggevallen. Het administratief personeel is met maar liefst 19,8% of zo’n 123 000 jobs gedaald. Binnen deze functieklasse zagen onder meer secretarissen, loketbedienden en klanteninformatieverstrekkers een sterke daling van de werkgelegenheid. Verder is het aantal technici flink afgenomen, met 8,8%. Zelfs de hoogopgeleiden onder hen werden niet gespaard; bij het administratief personeel is het aantal masters zelfs sterker gedaald (-28%) dan het totaal. Het behalen van een diploma hoger onderwijs lijkt dus geen voldoende voorwaarde voor werkzekerheid: het soort beroep dat men daarna uitoefent is minstens even belangrijk.

  • Het verloop van de werkgelegenheid is sterk gerelateerd aan de automatiseringskans. De managers en de experts, die de laagste automatiseringskans hadden (resp. 13,4% en 13,6%), lieten de grootste toename van de werkgelegenheid optekenen, terwijl de administratieve beroepen, met een totale automatiseringskans van 92,7%, de sterkste daling hebben gekend. Een uitzondering hierop vormden de technici, die ondanks hun lage automatiseerbaarheid (42,4%), het aantal jobs ook sterk hebben zien teruglopen.

  • Technologische verandering, en bij uitbreiding delokalisatie, lijken dus geen bedreiging voor jobs in het algemeen, maar vooral voor bepaalde jobs, met name de middengekwalificeerde jobs, waardoor men een polarisatie van de arbeidsmarkt vaststelt.

Lees het volledige rapport hier.

---
Voor meer informatie:

Persdienst: + 32 2 547 24 84, pressoffice@ing.be
Anthony Baert, Economist: +32 2 547 80 09, anthony.baert@ing.be

Vanessa Zwaelens

Head of External Communication