Investeren in een tweede verblijf in het buitenland: focus op Spanje

Dalende prijzen, lage rentetarieven en een aangenaam klimaat zijn een paar goede redenen die sommige beleggers aanzetten om een tweede verblijf in het buitenland te kopen. Landen als Spanje en Portugal nemen daarbij een bevoorrechte plaats in. Volgens een recente Economic.Poll@ING* beschouwt bijna 24% van de respondenten een investering in een tweede verblijf in het buitenland op dit moment als een goede opportuniteit. Er kan worden aan toegevoegd dat 36% het beschouwt als een belegging als een andere. 40% van de respondenten vindt echter dat hij geen belang heeft bij een investering in een tweede verblijf.

 

Dalende prijzen, lage rentetarieven en een aangenaam klimaat zijn een paar goede redenen die sommige beleggers aanzetten om een tweede verblijf in het buitenland te kopen. Landen als Spanje en Portugal nemen daarbij een bevoorrechte plaats in. Volgens een recente Economic.Poll@ING* beschouwt bijna 24% van de respondenten een investering in een tweede verblijf in het buitenland op dit moment als een goede opportuniteit. Er kan worden aan toegevoegd dat 36% het beschouwt als een belegging als een andere. 40% van de respondenten vindt echter dat hij geen belang heeft bij een investering in een tweede verblijf.

Volgens een andere enquête bij 5 000 huishoudens (Wes research & strategy) bezit 7,8% van de Belgische gezinnen een tweede verblijf voor recreatieve doeleinden (380 000 woningen). 45% van de huishoudens bezit een tweede verblijf in het buitenland. Frankrijk en Spanje zijn de meest populaire bestemmingen. In 15 jaar tijd is het aantal verblijven buiten België die de Belgische gezinnen bezitten trouwens met 79% gestegen. Deze investering lijkt dus steeds meer Belgische gezinnen te interesseren. De resultaten van de Economic.Poll@ING* bevestigen deze trend.

 

Spanje: een bijzonder geval. Bij een tweede verblijf denken we vaak aan Spanje. Het klopt dat de economische crisis de Spaanse vastgoedsector de laatste jaren grondig door elkaar heeft geschud, waardoor deze een grondige wijziging heeft ondergaan. Tot 2007 kende de bouwsector een gestage groei, explodeerde het aantal bouwprojecten en swingden de prijzen de pan uit. Daarna werd de vastgoedsector erg hard getroffen door de economische crisis. Vandaag is de sector de crisis nog steeds niet te boven gekomen. Zo werden bijvoorbeeld in het vierde kwartaal van 2006 222 320 woningen gebouwd, in hetzelfde kwartaal van 2014 slechts 9 259. In die crisisperiode zijn de vastgoedprijzen sterk gedaald en momenteel blijven ze ook laag door het hoge aantal onverkochte woningen. Bovendien moeten de onroerende activa die sinds de financiële crisis door SAREB (de Spaanse 'bad bank') worden weggewerkt nog worden verteerd. In het eerste kwartaal van 2008 bedroeg de gemiddelde prijs per m² van een woning in Spanje 2 101 euro, vandaag is dat nog 1 458 euro.

Sinds enkele maanden vertoont Spanje een dynamisch economisch herstel en in het eerste kwartaal van 2015 waren de groeicijfers bij de hoogste van de eurozone. Structurele hervormingen (zoals een verlaging van de belastingen en de flexibilisering van de arbeidsmarkt) en gunstige omstandigheden zoals de zwakke euro en de lage olieprijzen hadden een positief effect op de consumptie en op de investeringen. De vastgoedprijzen lijken dan ook hun bodem bereikt te hebben en zouden opnieuw moeten gaan stijgen naarmate de vraag naar woningen, en vooral de binnenlandse vraag, het overaanbod absorberen. Volgens de laatste studie van Tinsa, de voornaamste Spaanse vastgoedbeoordelaar, is de waarde van de woningen op de Spaanse markt in juni met 41,8% gedaald sinds december 2007, met 3,6% sinds juni 2014 maar slechts met 1,04% tijdens het eerste semester van 2015. Vastgoed is dus fors goedkoper geworden, maar men moet zich aan een prijsstijging verwachten.

 

Op regionaal vlak kunnen belangrijke prijsverschillen worden vastgesteld. Steden als Madrid en Barcelona en ook het Baskenland zijn bij de duurste door de grotere bevolkingsdichtheid. Een tweede factor blijft de nabijheid van de Middellandse Zee of de Atlantische Oceaan. Inderdaad, in de provincies in het binnenland is het vastgoed over het algemeen betaalbaarder (bv. Castilla-La Mancha). De prijs is wel niet het enige criterium en de keuze van de ligging wordt ook beïnvloed door meer subjectieve overwegingen.

Samengevat trekt Spanje steeds meer buitenlandse investeerders aan en dat is goed nieuws voor het land. De vraag naar woningen vanuit het buitenland is ongetwijfeld een steun voor de bouwsector die het de laatste jaren erg moeilijk heeft gehad en geeft opnieuw kleur aan een economie die gekenmerkt blijft door een hoge werkloosheidsgraad.

(*) Economic.Poll@ING is een vraag die aan ING-klanten wordt voorgelegd bij het uitloggen op ING Home'Bank. De hierboven vermelde vragen werden gesteld tussen 8 en 14 juni 2015 (6.851 respondenten).
_________________

Voor meer informatie:
Persdienst ING België, 02 547 24 84, pressoffice@ing.be, www.ing.be
Geoffrey Minne, Economist, +32 2 547 33 86, Geoffrey.Minne@ing.be

 

Vanessa Zwaelens

Head of External Communication