ING Havenstudie 2025: De dubbele strijd van de Belgische logistieke sector

Nieuw onderzoek toont hoe bedrijven balanceren tussen ambitie en hardnekkige belemmeringen

Brussel - De Belgische haven-, transport- en logistieke sector, een belangrijke levensader van de open economie en een vitale hub in Europa, staat op een cruciaal punt, gekenmerkt door een dubbele transitie naar decarbonisatie en digitalisering. Deze overgangen zijn niet langer abstracte concepten, maar operationele noodzaak, gedreven door strengere regelgeving, maatschappelijke druk en de toenemende eisen van klanten en investeerders. Dit blijkt uit een nieuw, uitgebreid rapport van ING, in samenwerking met de Universiteit Antwerpen en VIL (Flanders’ Innovation Cluster for Logistics).

De studie "Headwinds and tailwinds in the decarbonisation and digitalisation of the Belgian port, transport and logistics industry" combineert diepgaande analyse met enquête-inzichten van 75 topprofielen uit de sector. Het rapport schetst een uitgebreid beeld van een sector in volle transitie en kijkt verder dan alleen de zeehavens. Het omvat ook binnenlandse terminals, logistieke en transportbedrijven, technologiebedrijven en andere spelers.

De resultaten tonen aan dat veel bedrijven al actief inzetten op duurzame en digitale strategieën, terwijl andere nog in de beginfase van exploratie of experimentatie zitten. Voor beide transities zijn bedrijfsvoering, ESG-compliance en concurrentiepositie de belangrijkste drijfveren. De barrières verschillen echter sterk. Deze contrasten benadrukken de complexiteit van de transitie en het belang van een aanpak op maat, zowel voor elk bedrijf afzonderlijk als voor het hele ecosysteem.

Een kwart van de respondenten heeft al een volledige decarbonisatiestrategie geïmplementeerd en de meerderheid ziet digitalisering als een integraal onderdeel van hun bedrijfsmodel. De studie laat echter ook een duidelijke ongelijkheid zien: terwijl koplopers de weg wijzen, worstelen veel bedrijven nog met onzekerheid en een gebrek aan middelen.

Van noodzaak tot reputationele opportuniteit: Belgische logistiek omarmt duurzame revolutie

De Belgische logistieke sector staat onder toenemende druk van regelgevende, milieu-, technologische en marktontwikkelingen. Marktverwachtingen en regelgevingen evolueren snel, waarbij verladers en eindklanten in toenemende mate vragen om groene logistieke oplossingen, niet alleen voor naleving van de regels, maar ook om reputatieredenen. Vooruitdenkende bedrijven zien in deze druk een katalysator voor innovatie en een kans om zich te onderscheiden.

Volgens het onderzoek is de sector een fase van actieve transformatie ingegaan. Technologische oplossingen zoals AI, IoT, robotica en digitale tweelingen worden niet langer als toekomstige tools gezien, maar worden nu al toegepast op het gebied van voorspellend onderhoud, vrachtbehandeling en optimalisatie van verkeersstromen. Deze technologieën maken meer responsieve en datagedreven operaties mogelijk, verspreid over terminals, magazijnen en transportmiddelen. Tegelijkertijd winnen energie-efficiëntiemaatregelen, alternatieve brandstoffen en innovatieve logistieke concepten terrein in de strijd om de uitstoot te verminderen.

Belangrijkste bevindingen van het onderzoek

Uit de bevraging van 75 industriële spelers blijkt dat de reputatie van een bedrijf en het behoud van een sterke concurrentiepositie de belangrijkste drijfveren zijn voor beide transities. 81% van de respondenten gelooft dat digitalisering hun concurrentiepositie versterkt, terwijl 64% hetzelfde aangeeft voor vergroeningsinitiatieven.

"De Belgische transport- en logistieke sector staat aan de frontlinie van een ongekende transformatie, en deze studie bevestigt dat onze klanten de uitdagingen erkennen en tegelijkertijd als een kans voor groei zien. Bij ING, dat met zoveel dedicated bankiers zo diep in de sector geworteld is, willen we een partner zijn die hen helpt deze overgangen te financieren en te navigeren, door de dialoog en de kennisuitwisseling binnen het ecosysteem te faciliteren," aldus Nadia Lonneux, Head of Transport & Logistics bij ING Wholesale Banking Belgium.

Financiële vraagtekens en overheidspolitiek: de dubbele rem op de groene logistieke revolutie

Hoewel digitalisering breed wordt gezien als een financieel gezonde investering met duidelijke voordelen in efficiëntie en winstgevendheid, wordt decarbonisatie zwaar gehinderd door financiële onzekerheid. Hoge opstartkosten en onduidelijke businesscases zijn voor veel bedrijven, en met name kmo's, een aanzienlijke barrière.

Lawrence Vanhove, Head of Transport & Logistics bij ING Business Banking Belgium, voegt hierover toe: "We zien dat middelgrote bedrijven maar bovenal kmo’s vaak worstelen met de hoge aanvangskosten van duurzame investeringen, zelfs al zijn ze bereid om te veranderen. Ons doel is om deze bedrijven te ondersteunen met onze expertise en door hen de juiste financiële instrumenten aan te reiken, zodat zij hun bijdrage kunnen leveren aan een duurzamere logistiek maar bovenal klaar zijn voor de toekomst."

Een ander consistent en problematisch knelpunt ligt in het domein van beleid en regelgeving. Het gebrek aan duidelijk, consistent en voorspelbaar overheidsbeleid, naast complexe vergunningsprocessen, wordt door veel respondenten gezien als de grootste belemmering voor investeringen in zowel groene als digitale oplossingen.

Kris Neyens, Manager Internationalization bij het VIL, merkt op: “De resultaten van deze studie bevestigen een opvallende kloof tussen ambitie en realisatie. Hoewel bedrijven de maatschappelijke en commerciële druk voelen om te verduurzamen en te digitaliseren, worden hun langetermijnplannen vaak belemmerd door financiële onzekerheid en geopolitieke spanningen, en vooral een gebrek aan consistent beleid. Uit de havenstudie blijkt duidelijk dat de transitie niet enkel technologische innovatie vereist, maar vooral een gecoördineerde aanpak en gedeelde governance-modellen. Alleen zo kunnen we de sprong maken van visie naar verankerde praktijk.” 

Een gedeelde visie, de uitdaging van gedeelde actie

De studie benadrukt dat samenwerking en governance nog onderontwikkeld blijven. Veel decarbonisatie- en digitaliseringsinitiatieven stranden niet door een gebrek aan ideeën, maar door onvoldoende coördinatie en onduidelijke kostenverdeling. Publiek-private partnerschappen, platforms voor kennisdeling en gemeenschappelijke standaarden worden als essentieel beschouwd om de governance-uitdagingen te overkomen en systeemwijde veranderingen te vergemakkelijken.

Hoewel de verschuiving naar multimodale en synchromodale oplossingen vaak wordt geprezen als een belangrijke strategie voor decarbonisatie, blijven deze opties onderbenut. Structurele en operationele belemmeringen, zoals inefficiënties bij intermodale transfers en de dominantie van wegtransport voor korte afstanden, remmen een brede adoptie af. Toch biedt het rapport hoop: binnenlandse terminals, pijpleidingen en digitale samenwerkingsplatforms worden gezien als opkomende enablers voor groenere transportketens.

Concrete aanbevelingen voor de sector

Om de transformatie te versnellen, doet Professor Theo Notteboom de volgende aanbevelingen:

"De transitie van onze sector zal niet vanzelfsprekend zijn," zegt Professor Theo Notteboom van de Universiteit Antwerpen, hoofdauteur van het rapport. "Onze aanbevelingen leggen de nadruk op de noodzaak om te verschuiven van losse projecten naar een holistische, gecoördineerde aanpak. Door duurzaamheid strategisch te benutten, robuuste businesscases te creëren en vol in te zetten op samenwerking en de ontwikkeling van talent, kunnen bedrijven de huidige tegenwind omzetten in een krachtige rugwind en zich positioneren als leiders in de logistiek van de toekomst."

  1. Gebruik ESG als strategische hefboom: Bedrijven moeten duurzaamheidsvereisten niet zien als nalevingsverplichtingen, maar als een middel om klanten, investeerders en talent aan te trekken. Transparantie over emissies en digitale maturiteit is hierbij cruciaal.
  2. Versterk businesscases voor groene investeringen: De prioriteit moet liggen bij de vernieuwing van vloten en operationele energie-efficiëntie. Bedrijven worden aangemoedigd om te investeren in voertuigen met lage of nul-emissies en duurzame financieringsinstrumenten te benutten.
  3. Stimuleer volwassen samenwerkings- en bestuursmodellen: De sector moet de sprong maken van pilootprojecten naar grootschalige implementatie door middel van gecoördineerde actie, gedeelde meetgegevens en sectorbrede platforms. Publiek-private partnerschappen zijn essentieel om risico's te delen en expertise te bundelen.
  4. Versnel de digitale adoptie: 'Fast followers' moeten hun integratie van bewezen technologieën, zoals magazijnbeheersystemen en data-analyse, versnellen. Ook moeten zij openstaan voor opkomende oplossingen zoals AI en digitale tweelingen, die de besluitvorming kunnen verbeteren.
  5. Investeer in de ontwikkeling van werknemers en cultuurverandering: Beide transities vereisen nieuwe vaardigheden en een mentaliteitsverschuiving. Bedrijven moeten prioriteit geven aan opleidingsprogramma's om hun werknemers voor te bereiden op een meer geautomatiseerde, datagestuurde en duurzame toekomst.

Het rapport concludeert dat bedrijven die doortastend handelen, strategisch investeren en effectief samenwerken niet alleen zullen voldoen aan de regelgeving, maar ook hun concurrentievermogen op lange termijn zullen versterken en de toekomst van de logistiek mee vorm zullen geven.

ING Study - Headwinds and tailwinds in the decarbonisation and digitalisation of the Belgian port, transport and logistics industry.pdf

PDF - 3.8 Mb

Over de studie: De tweejaarlijkse ING Havenstudie ​ is een samenwerking tussen ING, de Universiteit Antwerpen en VIL. De negende editie is gebaseerd op een diepgaande analyse van de sector en een enquête bij 75 bedrijven, waaronder logistieke dienstverleners, transportbedrijven en industriële spelers.

###
Einde van het persbericht


Bijkomende informatie:

Gianni De Muynck

Gianni De Muynck

Spokesman & Media Relations Manager, ING Belgium

Over ING

ING België is een universele bank die financiële diensten aanbiedt aan particulieren, ondernemingen en institutionele cliënten. ING Belgium S.A./N.V. is een dochtervennootschap van ING Group N.V. via ING Bank N.V. (www.ing.com).

ING is een wereldwijd actieve financiële instelling met een sterke Europese aanwezigheid, die bankdiensten aanbiedt via haar dochteronderneming ING Bank. De doelstelling van ING is: mensen in staat stellen om een stap voor te blijven, zowel zakelijk als privé. De meer dan 60.000 medewerkers van ING bieden particuliere en zakelijke bankdiensten aan klanten in meer dan 100 landen.

Aandelen ING Groep zijn genoteerd aan de beurzen van Amsterdam (INGA NA, INGA.AS), Brussel en aan de New York Stock Exchange (ADRs: ING US, ING.N).

ING streeft ernaar om duurzaamheid centraal te stellen bij alles wat we doen. Ons beleid en onze acties worden beoordeeld door onafhankelijke onderzoeks- en ratingbureaus, die jaarlijks updates geven. De ESG-rating van ING door MSCI werd in augustus 2024 voor het vijfde jaar herbevestigd als 'AA'. Sinds december 2023 is het beheer van materiële ESG-risico's door ING volgens Sustainalytics 'Sterk'. Onze huidige ESG Risk Rating is 17,2 (Laag risico). Aandelen van ING Groep zijn ook opgenomen in belangrijke duurzaamheids- en ESG-indexproducten van toonaangevende aanbieders. Enkele voorbeelden zijn Euronext, STOXX, Morningstar en FTSE Russell.