ING België beurs- en economische vooruitzichten: accent op kwalitatieve aandelen
Kunnen de westerse beurzen, ondanks een tergend traag economisch herstel, mooie returns blijven neerzetten?
Kunnen de westerse beurzen, ondanks een tergend traag economisch herstel, mooie returns blijven neerzetten nu de Federal Reserve van plan lijkt om de geldkraan langzaam dicht te draaien? Vormt de vrees voor de verschuiving van de financiële crisis naar de groeilanden, die in de voorbije jaren hun schuldenberg flink hebben zien aandikken, ook een bedreiging voor het economisch herstel bij ons? De ineenstorting van de grondstoffenprijzen houdt de inflatie voorlopig laag. Maar is de vrees voor deflatie nog gerechtvaardigd? En hoe lang zal de ECB met haar agressief stimulerend monetair beleid de marktrentevoeten blijven beïnvloeden?
Wie een portefeuillestrategie moet uitstippelen, staat dan ook voor moeilijke keuzes: wordt 2016 het jaar dat “TINA” (het ontbreken van alternatieven voor aandelen) met pensioen gaat? Of moet de belegger ook volgend jaar uit hetzelfde vaatje blijven tappen?
Doorploeteren...
De huidige economische heropleving zal wellicht de geschiedenisboeken ingaan als één van zwakste sinds WOII. Bijna acht jaar na het begin van de financiële crisis is het BBP van de eurozone nog niet teruggekeerd tot het niveau van voor de crisis. “Steeds lijken er weer nieuwe uitdagingen op te duiken, die ervoor zorgen dat de huidige herneming een expansie met de handrem op blijft,” stelt Peter Vanden Houte, Chief Economist van ING België.
Nu de binnenlandse vraag in de westerse wereld het eindelijk wat beter doet, laten de groeilanden het afweten. Gezien hun gewicht nu ongeveer 40% van de wereldeconomie bedraagt, kan dat niet als een ver-van-mijn-bed-show worden afgedaan. De hoofdrol in dit verhaal wordt opgeëist door China, dat worstelt met de transitie van een industriële grootmacht naar een meer door diensten aangedreven economie. Hoewel China zelf het redelijk goed doet, delen vooral de Chinese toeleveranciers in de klappen. De Chinese honger naar grondstoffen werd immers fors getemperd, met flinke prijsdalingen tot gevolg. Dat zorgt voor minder inkomsten bij grondstoffenproducenten zoals Brazilië, net op een ogenblik dat ze zich erg in de schulden hebben gestoken om de grondstoffenboom te financieren. Voor de groeilanden lijkt 2016 nu al een verloren jaar.
Op de oliemarkt is intussen een prijzenoorlog aan de gang. De Amerikaanse producenten van schalieolie hebben door productiviteitsverbeteringen hun productie op peil gehouden, ondanks de lage prijzen. Tezelfdertijd wil Saoedi-Arabië van geen wijken weten en houdt ze de kraan volledig open. Hoewel het huidige prijsniveau op lange termijn onhoudbaar lijkt, wordt een forse stijging van de energieprijzen in 2016 door dit overaanbod zeer onwaarschijnlijk.
Dat is goed nieuws voor energie invoerders, zoals de landen uit de eurozone. De koopkracht van de Europese gezinnen is toegenomen, waardoor de consumptie wordt aangezwengeld. Ook de investeringen lijken de ijstijd stilaan achter zich te laten, maar de export zou dan weer wat hinder kunnen ondervinden door de zwakke groei elders in de wereld. Politieke spanningen vallen volgende jaar niet uit te sluiten o.a. door het referendum over het Britse lidmaatschap van de EU.
De lage grondstoffenprijzen houden de inflatie laag, maar het deflatiegevaar lijkt nu toch stilaan geweken. De goede oude Phillipscurve blijkt nog steeds actueel, aangezien de verbeterende arbeidsmarkt in zowel de VS als Europa de kerninflatie wat hoger zou kunnen duwen.
Dat is dan ook het signaal voor de Federal Reserve om haar rentevoeten te normaliseren. Deze verstrakkingscyclus zal echter minder agressief en geleidelijker uitvallen dan we in het verleden gewoon waren. De ECB blijft daarentegen haar soepele monetaire politiek aanhouden. “Door de continue creatie van overtollige liquiditeiten ziet het er nu naar uit dat de geldmarktrente tot eind 2017 negatief zal blijven,” aldus Peter Vanden Houte.
Structurele factoren houden de lange rente weliswaar op een historisch laag peil, maar de bodem ligt waarschijnlijk achter ons. Ook de dollar-rally, die door zowat iedereen voorspeld was, begint verouderingsverschijnselen te vertonen. Hoewel er nog een kleine bijkomende hausse in 2016 inzit, komt ook hier het kantelpunt in zicht.
Accent op kwalitatieve aandelen
Sinds het dieptepunt in maart 2009, zijn de aandelen wereldwijd 270% (in euro) in waarde gestegen. De vraag is nu: zullen deze ijzersterke prestaties van de voorbije jaren aanhouden?
Het vooruitzicht van een mogelijk gedesynchroniseerd beleid tussen de belangrijkste centrale banken vertaalde zich op de financiële markten tot nu toe logischerwijze in een versterking van de dollar, een instabielere beurs en een grotere rendementskloof tussen Amerikaanse en Duitse staatsobligaties. ‘Die reactie van de markten konden we voorzien. Hoe ze zich in de toekomst zullen gedragen, is veel moeilijker in te schatten,’ meent Thierry Masset, Chief Investment Officer bij ING België. ‘We hopen dat de Fed wel degelijk werk maakt van een gecontroleerde normalisering en dat dit slechts een beperkte verhoging van de volatiliteit van de beurs zal teweeg brengen.’ Dat scenario kan de positie van aandelen tegenover andere activa (obligaties, cash) nog versterken, tenminste op korte termijn. ‘Voor het boekjaar 2016 als geheel, gaan we echter uit van een minder aantrekkelijke risico/return ratio voor aandelen dan in de voorbije jaren. De tijd dat we van de kleinste dip in de beurskoersen konden profiteren om aandelen te kopen, lijkt voorbij,’ voegt Thierry Masset eraan toe.
Na twee jaar van expansie, lijkt de inkrimping van de winstmarges niet veel goeds te voorspellen. Onder druk van de schamele resultaten van de energiebedrijven en de grondstoffenproducenten, lopen deze sinds september 2014 terug. Door die situatie zien analisten zich genoodzaakt om hun groeiprognoses voor verkoop en winst bij te stellen. Bovendien ogen de waarderingsratio’s van aandelen zowel in absolute als relatieve termen eerder hoog. Wereldwijd noteren die ratio’s boven hun historische gemiddelden. Dit geldt voor zowel voor de koers/winst verhouding (+12%) als voor de koers/inventariswaarde (+19%).
In die context geeft Thierry Masset de voorkeur aan ‘investment grade’ aandelen, die de beste financiële ratio’s vertonen. In het besef dat een ‘typebenadering’ volgend jaar belangrijker wordt dan een sectorale visie, gaat de voorkeur van de CIO van ING België vooral uit naar grote beurskapitalisaties met een solide cashflow die, geruggesteund door erkende merken, reguliere winsten opleveren. ‘Growth’ of groeiaandelen dreigen het minder goed te doen dan ‘value’ aandelen (die aanzienlijk onder hun intrinsieke waarde noteren), die doorgaans een graantje meepikken van een Amerikaanse renteverhoging. In deze rijpere fase van de cyclus kiest hij ook eerder voor aandelen met hoge, duurzaam groeiende dividenden, die - zeker wanneer vergeleken met vorige cycli – een extra rendement opleveren ten opzichte van bedrijfsobligaties.
Op regionaal vlak hebben de eurozone en Japan nog steeds een streepje voor. In de eurozone begint de economie aan te sterken, en de ECB blijft in monetaire stimuli investeren. De Japanse bedrijven krijgen ademruimte dankzij een hogere rendabiliteit en gunstiger balansen.
De aarzelende economische heropleving houdt de vraag naar obligaties met laag rendement hoog. In deze omstandigheden blijft de voorkeur van ING uitgaan naar staatsleningen uitgegeven door landen met een accomoderend monetair beleid (vooral binnen de eurozone). Tegenover de overheidsschulden van grondstof producerende landen staan we eerder wantrouwig.
ING België blijft eveneens terughoudend tegenover bedrijfsobligaties, vooral de zogenaamde ‘high yield’ obligaties (met hoog rendement), omdat daarbij het risico op betaalachterstand bij de uitgever hoger ligt.
De presentatie die gebruikt werd tijdens de persconferentie vindt u hier.
Voor meer informatie:
Persdienst ING België: + 32 2 547 24 84 of pressoffice@ing.be