ING Beleggersbarometer: Beleggers opnieuw iets pessimistischer
De beleggersbarometer van ING is in juni opnieuw gedaald, tot een indexcijfer van 95 (-2 punten). Terwijl de Amerikaanse aandelenbeurzen de records aaneenrijgen, lijken beleggers niet overtuigd dat de markten echt in goede vorm verkeren. Niettemin verslechteren de economische verwachtingen van de beleggers niet langer. Maar ook zij kunnen niet anders dan vaststellen dat de economie momenteel zwakker presteert. Dit komt vanzelfsprekend ook tot uiting in hun keuze van beleggingen.
De beleggersbarometer van ING is in juni gedaald van 97 tot 95. Dat is de tweede opeenvolgende daling op rij. Het neutrale niveau van de barometer is gelijk aan 100, een niveau dat de index dit jaar slechts een keer heeft overschreden. In feite is dit niet echt verrassend, gezien de kwetsbare economische situatie die met verschillende economische en politieke risico’s gepaard gaat. De almaar mildere toon van de Fed en de ECB versterkt het gevoel van een precaire economie. Toegegeven, het vooruitzicht van een verlaging van de beleidsrente in de VS en de eurozone is koren op de molen van de beurzen (lagere rentevoeten zijn positief voor de aandelenkoersen), maar de ondervraagde beleggers zijn niet blind: het is ook toegeven dat de economische groei zwak zal zijn, wat de winstcijfers van bedrijven kan aantasten ... en dus ook de aandelenkoersen.
We kunnen niet zeggen dat de economische en beursvooruitzichten van de beleggers er in juni sterk op achteruitgegaan zijn gegaan in vergelijking met de maand voordien. Dat was vooral het geval in mei. 21% van de beleggers denkt dat de economische situatie in België zal verbeteren in de komende 3 maanden, terwijl 33% denkt dat ze erop zal achteruitgaan. We wijzen er ook op dat het percentage pessimisten sinds september 2018 hoger is dan het percentage optimisten. Als we de vooruitzichten voor de beurs bekijken, zien we een vergelijkbare situatie: 25% van de beleggers denkt dat de beurzen in de komende drie maanden zullen stijgen, terwijl 33% sceptisch is. Toch moeten we niet ver teruggaan in de tijd voor een omgekeerde situatie: in april waren er meer optimisten dan pessimisten. Dit toont aan hoezeer de vooruitzichten er sindsdien op achteruitgegaan zijn.
Het contrast tussen mei en juni is vooral zichtbaar in de evaluatie van de recente economische toestand: slechts 22% van de beleggers denkt dat de economische situatie in België er ‘sterk’ of ‘redelijk’ op vooruitgegaan is in de afgelopen drie maanden, tegenover 26% in mei.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat beleggers zich afvragen welke sectoren het in de huidige situatie goed zullen doen. De meningen lijken erg verdeeld: 31% van de beleggers meent dat het geen goed moment is om te beleggen in risicovolle sectoren, terwijl 23% vindt dat dit wel het geval is. We benadrukken echter dat 39% oordeelt dat het noch een goed moment, noch een slecht moment is. In het geval van de sectoren waar het risico laag is, stelt zelfs meer dan de helft (51%) dat het noch een goed, noch een slecht moment is. We merken ten slotte op dat deze besluiteloosheid ook tot uiting komt in de verwachte evolutie van het rendement van hun beleggingen.
Jongeren maken zich minder illusies over hun pensioen
ING peilde in juni ook naar het pensioen van beleggers. Van de ondervraagden die reeds op pensioen zijn, is minder dan 30% op 65 jaar op pensioen gegaan (wettelijke leeftijd). Meer dan de helft van de ondervraagden zijn ten laatste op 60 jaar op pensioen gegaan (we merken hierbij op dat vele personen het administratief statuut van brugpensioen waarschijnlijk gelijkschakelen met een effectief pensioen). Ten slotte stellen we vast dat deze cijfers op iets meer dan een jaar tijd niet ingrijpend gewijzigd zijn (dezelfde vragen werden in april 2018 gesteld).
Van de personen die nog niet op pensioen zijn, hoopt meer dan 60% dat ze nog voor hun 65 jaar op pensioen zullen gaan. Er is echter een groot verschil tussen iets hopen en iets als verworven beschouwen. Minder dan 37% van de ondervraagden verwacht dat ze daadwekelijk voor die leeftijd op pensioen zullen gaan. Het is ten slotte interessant om te zien hoe jongeren vaker denken dat ze later op pensioen zullen gaan. Zo denkt 42% van de personen jonger dan 35 jaar dat ze tussen 60 en 65 jaar op pensioen zullen gaan. Maar dit percentage stijgt tot 68% voor de 45-54-jarigen en zelfs tot 80% voor de 55-64-jarigen. Meer dan een derde van de jongeren van minder dan 35 jaar verwacht daarentegen dat ze tussen 66 en 69 jaar op pensioen zullen gaan, terwijl dit percentage daalt tot 17% voor de 45-54-jarigen en tot 11% voor de 55-64-jarigen. De recente pensioenhervormingen hebben waarschijnlijk een invloed gehad op deze resultaten.