Bouwen aan een duurzame Belgische economie

Uit langetermijnprognoses (2014-2050) van ING gemaakt met een model van de Belgische economie dat focust op de groei, de overheidsfinanciën en de arbeidsmarkt, blijkt dat enkel de overheidsfinanciën saneren tegen 2018 niet voldoende zal zijn om de stabiliteit van de economie op lange termijn te garanderen.

PERSBERICHT

Brussel, 25 september 2014


Uit langetermijnprognoses (2014-2050) van ING gemaakt met een model van de Belgische economie dat focust op de groei, de overheidsfinanciën en de arbeidsmarkt, blijkt dat enkel de overheidsfinanciën saneren tegen 2018 niet voldoende zal zijn om de stabiliteit van de economie op lange termijn te garanderen. Volgens ING zal het begrotingstekort zonder enige andere inspanning weer beginnen stijgen om op lange termijn op meer dan 7% van het BBP uit te komen.

Sanering aan uitgaven– of aan inkomstenzijde?

Een diepgaande sanering van de overheidsfinanciën die de schuldgraad op lange termijn op 60% van het BBP stabiliseert, zou na de initiële sanering tot 2018 vereisen dat de overheidsuitgaven niet sneller groeien dan het BBP +0,2 punt. Maar gezien de vergrijzingskost zou dit overeenkomen met een bijkomende structurele inspanning van 0,4% van het BBP, cumulatief voor elk jaar van de periode 2019-2039. In 2014 bedraagt dit bijvoorbeeld1,6 miljard euro: een aanzienlijke uitdaging.

Als de totale inspanning aan de inkomenszijde zou worden gedaan, en in het bijzonder via een belasting op het kapitaal, zouden bijkomende jaarlijkse belastinginkomsten nodig zijn ter hoogte van 4,7% van het BBP in de periode 2015-2050 om de schuldgraad op lange termijn op het huidige niveau te stabiliseren. In 2014 bedraagt dit meer dan 18 miljard euro, meer dan de helft van de vermogensinkomsten van huishoudens. Rekening houdend met het feit dat een dergelijke belasting bovenop de belasting op kapitaal via de vennootschapsbelasting en de huidige kapitaalsinkomsten (25%) komt, zou een dergelijke bijkomende belasting een snelle verdwijning van de belastingbasis veroorzaken, evenals een belangrijk verdringingseffect op de financiering van de Belgische economie.

Groei en activiteit beter dan monetaire oplossingen ECB

Een sterke actie van de ECB om de staatsschuld gedeeltelijk te monetariseren zou misschien wel helpen om de uitdagingen van de eerstvolgende jaren het hoofd te bieden, meer bepaald door de financieringskost van de staat gedurende meerdere jaren laag te houden, maar zou onvoldoende zijn om de overheidsfinanciën op lange termijn te stabiliseren. Het monetair beleid kan de structurele inspanningen dus niet vervangen, te meer aangezien een dergelijk beleid ook een aantal onwenselijke effecten heeft.

Deflatie zou het allerslechtste scenario zijn, dat tot een explosie van de staatsschuld zou leiden, tot boven de 200% van het BBP tegen het einde van de periode.

Positiever is dat een economisch beleid dat productiviteitswinsten van 0,1 pp per jaar beoogt over de voorspellingshorizon het zou toelaten om tegelijk de uitdagingen van de toekomst aan te pakken en de relatieve stabiliteit van de overheidsfinanciën te behouden. Het toont dat de aard van het voorziene schuldtraject (stabiel of instabiel) sterk afhangt van de gebruikte groeihypothese.

“Ook een proactieve politiek die de activiteitsgraad met 0,15 procentpunt per jaar zou verhogen, wat de Belgische activiteitsgraad tegen 2050 in het huidig Europees koppeloton zou brengen, zou voldoende zijn om de economie te stabiliseren. Dit is een piste die het waard is om verder verkend te worden, aangezien het economisch interessant en sociaal rechtvaardig lijkt” voegt Philippe Ledent, Senior Economist ING België hier nog aan toe.

___________________________

Voor meer informatie :
Persdienst : + 32 2 547 24 84, pressoffice@ing.be

Vanessa Zwaelens

Head of External Communication