Belgische belegger denkt aan kinderen

Analyse van Peter Vanden Houte, chief economist ING België


De Beleggersbarometer meet elke maand het vertrouwen van Belgische particuliere beleggers. Deze drukt het ‘beleggerssentiment’ uit. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Kantar TNS en is een initiatief van ING, in samenwerking met de Universiteit Gent, De Tijd en L’Echo. De enquête wordt online afgenomen.

De ING-beleggersbarometer moet ook in maart een stap terugzetten, al blijft hij voor de 17e maand op rij een gunstige beleggingsomgeving aangeven. De Belgische belegger heeft duidelijk de wens om zijn kinderen voldoende na te laten en vindt successieplanning dan ook belangrijk. Dat neemt niet weg dat slechts een minderheid een testament heeft dat de nalatenschap duidelijk regelt. ​

De ING-beleggersbarometer moet in maart voor de tweede opeenvolgende maand gas terugnemen. Met 110 punten staat hij voor de 17e maand op rij wel nog altijd boven het neutrale niveau van 100 punten, maar de 128 punten van januari lijken nu toch veraf. De toegenomen volatiliteit als gevolg van een dreigende handelsoorlog begint het vertrouwen van de Belgische belegger dan toch wat aan te tasten. ​

Ook het vertrouwen in de economie heeft een knauw gekregen. 37% van de respondenten zag de conjunctuur in de voorbije maanden nog aantrekken, maar dit percentage neemt geleidelijk aan af. Daartegenover staat dat 21% een conjunctuurafkoeling ervaart, het hoogste percentage sinds december 2016. Vooral de Franstalige beleggers lijken de conjunctuurevolutie wat pessimistischer in te schatten. Zo zijn er 26% zwartkijkers, terwijl dit bij de Nederlandstaligen vooralsnog tot 18% beperkt bleef. ​

De rendementen op de portefeuilles zijn ook niet meer wat ze geweest zijn. Zo zag 34% van de Belgen een sterk rendement op zijn beleggingen in de voorbije 6 maanden, terwijl 30% minder fraaie beleggingsprestaties meldt. Het is al geleden van november 2016 dat het verschil tussen het aantal beleggers met positieve, respectievelijk negatieve rendementen zo klein was. ​

Toch is het beursoptimisme nog zeker niet verdwenen. Voor 33% van de beleggers is het nog altijd duidelijk dat de beurs in een stijgende trend zit in de komende maanden. Al ziet 23% van de respondenten de aandelenkoersen minder gunstig evolueren. ​

Successieplanning ​

Bij het beheer van hun financiën denken de Belgische beleggers ook wel aan hun kinderen (als ze die hebben tenminste). Zo beweert liefst 45% van de respondenten eerder spaarzaam te leven om de kinderen voldoende te kunnen nalaten. Slechts 18% denkt daar helemaal niet aan. Daarnaast is 72% van de beleggers het eens met de stelling dat successieplanning belangrijk is. In dat verband is het verwonderlijk dat amper 28% beweert een testament te hebben dat duidelijk vermeldt wat er met de nalatenschap moet gebeuren. Bij de jongere beleggers is dit nog enigszins begrijpelijk, maar zelfs bij de oudere beleggers heeft maar een minderheid een testament met duidelijke richtlijnen. ​

Uit de meeste enquêtes blijkt dat belastingen op erfenissen doorgaans niet erg populair zijn. Ook de Belgische belegger is niet echt overtuigd van het nut. Zo’n 30% gaat akkoord met de stelling dat erfenisbelastingen de ongelijkheid in de maatschappij kunnen verminderen, terwijl 44% van het tegendeel overtuigd is.