Belg voorzichtiger dan andere Europeanen in betaal- en spaargedrag

De coronacrisis, de lockdown en de geleidelijke versoepeling hebben het consumptiegedrag van de Belg veranderd. Dat hadden we al geleerd uit de analyse van de transactiegegevens. Maar om nog beter inzicht te krijgen in de evolutie van dit gedrag, lijkt het ons interessant om de attitude van de Belgen te bestuderen, hun perceptie van de evolutie van hun gedrag en deze resultaten te vergelijken met andere landen. De resultaten van de grote internationale enquête van ING, de IIS, leveren in dat verband interessante conclusies op. 

Belg minder snel geneigd om geld uit te geven 

De coronacrisis lijkt het gedrag van de Belgen te hebben veranderd. Zoals al bleek uit de analyse van de transactiegegevens, geven Belgen te kennen dat ze minder uitgeven, minder contant betalen en vaker met de kaart en dat ze meer zaken online aankopen. Concreet denkt 47% van de Belgen dat ze door het coronavirus minder uitgegeven. We wisten al dat de bestede bedragen en het aantal transacties gedaald waren als gevolg van het coronavirus. En nu blijkt uit de gegevens van de IIS dat dit niet het gevolg is van een gedragswijziging van een bepaald subsegment van de bevolking, maar wel degelijk te wijten is aan een verandering in het gedrag van de bevolking als geheel. Bijna de helft van de Belgen beweert minder te hebben uitgegeven, terwijl slechts 14% meer uitgegeven heeft (de resterende 39% zegt dat hun uitgaven niet veranderd zijn). In vergelijking met andere Europese landen lijken Belgen minder snel geneigd om geld uit te geven dan de buurlanden. Er zijn immers meer Belgen die hun uitgaven teruggeschroefd hebben (47%) dan in de rest van Europa (44%) en er zijn minder Belgen die hun uitgaven verhoogden tijdens de coronacrisis (14%) dan het Europese gemiddelde (20%). 

Belgen stappen meer dan andere Europeanen af van cash geld

Wat het gebruik van contant geld betreft, hadden de transactiegegevens al uitgewezen dat er veel minder cash geld gebruikt werd (het afgehaald bedrag aan de geldautomaten was eind mei 37% lager dan vorig jaar en 54% lager tijdens de lockdown). Uit de IIS kunnen we besluiten dat de Belgen zich veel meer dan andere Europeanen nieuwe betaalgewoonten eigen gemaakt hebben. 72% van de Belgen zegt immers dat ze minder cash geld gebruiken sinds het coronavirus, tegenover gemiddeld 57% in Europa. Bovendien meldt slechts 5% van de Belgen dat ze vaker contant geld gebruiken, tegenover 11% van de Europeanen. Deze trend om meer elektronisch te betalen zal wellicht aanhouden in de toekomst. Ondanks de opheffing van de lockdown wordt er dus onmiskenbaar minder contant betaald. 

Nieuwe winkelgewoonten 

Daarnaast zegt 39% van de ondervraagde Belgen meer producten online aan te kopen dan voor de coronacrisis. Dat is iets minder dan het Europese gemiddelde (44%) maar meer dan in de grote buurlanden (Frankrijk, Duitsland, Nederland: 31% en 32%). Afgaand op de analyse van de transacties op de drie grootste online winkels (Bol.com, Zalando en Amazon) stelden we vast dat hun gebruik sterk toegenomen is bij de Belgen, zowel tijdens de lockdown als tijdens de versoepelingsfase daarna (zie hier). We kunnen dus besluiten dat deze groeiende interesse gedeeld wordt door een groot deel van de bevolking: bijna 4 op 10 Belgen hebben hun gewoontes veranderd om online te shoppen. Online winkelen heeft dus wel degelijk een grote sprong vooruit gemaakt bij een groot deel van de Belgische bevolking. Deze nieuwe trend zal wellicht aanhouden en niet meteen verdwijnen zodra de versoepeling van de lockdown volledig afgerond is. 

De kwestie van het spaargeld

Naast het uitgavepatroon is ook het spaargedrag van de Belgen een belangrijk thema in deze coronacrisis. Er werd gesnoeid in de consumptie tijdens de lockdown, maar ook het inkomen ging voor een deel van de bevolking naar beneden (vanwege tijdelijke werkloosheid, ontslag of een stopzetting/vermindering van de activiteit bij de zelfstandigen). De vraag is dus of de vermindering van de consumptie van de Belg het gevolg is van een verlies aan inkomsten? Of gaat het daarentegen om een bewuste intentie om de aankopen te verminderen uit voorzorg of omdat ze moeilijker te realiseren zijn (bijvoorbeeld door de sluiting van de winkels of uit angst voor het virus)? In het eerste geval zou dit op een stabiel of dalend spaarvermogen wijzen voor de gezinnen, terwijl in het tweede geval het spaarvermogen eerder zal stijgen.  

Volgens de IIS-peiling zegt 24% van de Belgen dat ze door het coronavirus méér gespaard hebben. Tegelijkertijd antwoordt 29% van de Belgen dat ze minder gespaard hebben. Er zijn dus meer Belgen die hun spaargeld zagen krimpen dan Belgen die hun spaarpot zagen groeien. Dit kan erop wijzen dat de waargenomen daling van de consumptie eerder te wijten is aan een inkomensverlies dan aan een grotere voorzichtigheid. In vergelijking met andere Europeanen zijn Belgen duidelijk een uitzondering. In andere landen (behalve in Turkije) zijn er nog altijd meer ondervraagden die meer gespaard hebben dan ondervraagden die minder gespaard hebben. Dit resultaat is behoorlijk verrassend, in die zin dat de situatie in België tijdens de lockdown niet zo veel verschilde van die van de buurlanden (qua vervangingsinkomens of tijdelijke werkloosheid bijvoorbeeld). Het verschil met de andere landen is wellicht te verklaren doordat ze het concept 'spaargeld' anders interpreteren.  

Ongelijke impact

Uit het onderzoek blijkt dat de effecten van het coronavirus waarschijnlijk zeer verschillend zijn, afhankelijk van het feit of de huishoudens al dan niet spaargeld hebben. Het blijkt dat het de financieel meest kwetsbare huishoudens zijn die een vermindering van hun spaarmogelijkheden als gevolg van het coronavirus hebben ondervonden (figuur 5). Zo heeft 45% van de huishoudens die vinden dat ze geen spaargeld hebben, zelfs minder dan normaal gespaard, terwijl slechts 23% van de huishoudens met spaargeld minder heeft gespaard. Van degenen die wat spaargeld hebben, schat 40% van de huishoudens met minder dan een maand spaargeld dat ze minder sparen als gevolg van de coronaviruscrisis, terwijl slechts 7% van de huishoudens met meer dan 12 maanden spaargeld minder heeft gespaard als gevolg van de crisis. Deze resultaten suggereren dat de effecten van het coronavirus ongelijk verdeeld zullen zijn. Degenen die zich al in een relatief stabiele financiële situatie bevinden, hebben waarschijnlijk meer kans om hun spaargeld tijdens de coronacrisis te verhogen, terwijl huishoudens met een zekere mate van financiële kwetsbaarheid hun situatie verder hebben zien verslechteren. Deze bevindingen kunnen worden gerelateerd aan de resultaten van het NBB-onderzoek4, dat aangeeft dat huishoudens met de laagste inkomens het meest werden getroffen door inkomensverlies als gevolg van het coronavirus. Het is dan ook waarschijnlijk dat huishoudens met een lagere spaarquote het meest hun inkomen hebben zien dalen, waardoor ze hun spaarvermogen nog verder hebben zien afsmakken. 

Ondanks een verminderd vermogen om te sparen, neemt de angst niet toe

Om beter te begrijpen waarom de Belgen aangeven dat ze minder sparen, hebben we de resultaten van mei vergeleken met de antwoorden op diezelfde vragen in december 2019 (dus net voor het uitbreken van de coronacrisis).  

Verrassend genoeg lijkt het erop dat, hoewel een aanzienlijk deel van de Belgen vindt dat ze minder hebben gespaard, de Belgen zich meer op hun gemak voelen met hun spaargeld dan voor de coronaviruscrisis het geval was. Uit de enquêtevragen waarin de attitudes in december 2019 en mei 2020 werden vergeleken, bleek dat het percentage Belgen dat zegt dat ze veel of iets meer spaargeld nodig hebben om zich comfortabel te voelen (64% tegenover 68%), licht is gedaald. De verandering was het grootst onder mensen van middelbare leeftijd en degenen die momenteel werken en dus ook geld verdienen. Het aandeel van de 35-44 jarigen die zeiden dat ze meer spaargeld nodig hadden om zich comfortabel te voelen, is tussen 19 december en 20 mei met 9 procentpunten gedaald. Soortgelijke resultaten werden waargenomen op Europees niveau, waarbij de Europeanen zich in mei comfortabeler leken te voelen met hun spaargeld dan in december. Uit deze resultaten kan men concluderen dat de Belgen het gevoel hebben dat ze minder hebben gespaard, maar dat dit hen niet minder comfortabel heeft gemaakt met hun besparingsniveau. De daling van de besparingen is daarom momenteel waarschijnlijk te klein om een verslechtering van het sentiment ten opzichte van hun totale vermogen te veroorzaken. Dit kan echter in de komende maanden veranderen. De economische schok kan namelijk leiden tot een toename van de angst van de huishoudens voor de toekomst, bijvoorbeeld in termen van werkgelegenheid en faillissementen, waardoor zij meer spaargeld willen hebben om een eventuele gecompliceerde situatie het hoofd te bieden. 
 
Deze bevinding lijkt te worden bevestigd door de analyse van de ontwikkeling van het aangegeven niveau van het spaargeld van de huishoudens. Op de vraag of ze spaargeld hebben, antwoordde 22% van de Belgen in mei van niet, tegenover 24% in december. Het verschil is niet zo groot, maar het lijkt er in elk geval op dat het aantal Belgen zonder spaargeld niet gestegen is, ondanks de coronacrisis. Hoewel de Belgen zeggen dat ze minder gespaard hebben door de crisis, is het percentage Belgen dat geen spaargeld heeft lager dan voor de crisis. 

Maar van zij die over een spaarpot beschikken zijn er meer Belgen dan voorheen die antwoorden dat hun spaarpot kleiner is. In mei bezat 44% van de Belgen met spaargeld het equivalent van 6 nettolonen of minder, tegenover 30% die méér dan 6 nettolonen gespaard heeft. In december waren dit er 40% met het equivalent van minder dan 6 nettolonen en 34% met meer. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met die wat op Europees niveau zijn waargenomen. 

Conclusie

Tot slot heeft het coronavirus natuurlijk een impact gehad op het spaar- en bestedingsgedrag van de Belgen. Ze gaven minder uit, gebruikten minder geld en deden meer online aankopen. Bovendien hebben ze het gevoel dat ze tijdens de crisis minder hebben bespaard. Toch lijkt deze afname van de spaarcapaciteit van de huishoudens (nog) geen invloed te hebben gehad op hun totale vermogen of hun gevoelens daarover. Tot slot blijkt dat de financieel meest kwetsbare huishoudens het meest getroffen zijn door de coronaviruscrisis.

Economic Research