2015 : Op zoek naar groei…

Verder dalende inflatie, iets hogere groei en soepel monetair beleid. Het worden bepalende factoren voor de eerste helft van 2015.

PERSBERICHT

Brussel, 11 december 2014



Verder dalende inflatie, iets hogere groei en soepel monetair beleid. Het worden bepalende factoren voor de eerste helft van 2015. Aandelen blijven hierbij het meest rendabele beleggingsinstrument en obligaties lijken na drie decennia van stierenmarkt stilaan hun potentieel te hebben uitgeput.

Het bbp van de eurozone ligt nog steeds meer dan 2% lager dan eind 2007. Zeven jaar na het uitbreken van de economische crisis heeft de eurozone deze dus nog niet verteerd. Meer nog, het lijkt erop dat Europa Japan gevolgd is in een “seculiere stagnatie” die gepaard gaat met aanhoudende lage groei, deflatoire spanningen en lage rente. Het risico op een nieuwe terugval in recessie is afgenomen, mede dankzij de forse daling van de olieprijzen die voor de olie-importerende landen wel soelaas kan brengen.

Gelukkig blijken de VS naar een hogere groeiversnelling overgeschakeld, waarbij wel moet gezegd worden dat agressieve kredietverlening opnieuw een belangrijke rol speelt. China lijkt voorlopig te worstelen met de transitie van een industrieel model naar een meer consumptiegedreven groei. De Chinese autoriteiten zullen in 2015 vermoedelijk nieuwe stimuleringsmaatregelen uit de kast moeten halen om de groeivertraging binnen de perken te houden. Intussen worden echter ook heel wat andere groeilanden, die sterk afhankelijk zijn van grondstoffenexport, met een zwakkere expansie geconfronteerd.

Frankfurt blijft steunpilaar Europese groei

Ook in de eurozone blijft de economische groei zwak en de toenemende Noord-Zuiddivergentie vormt een risico voor de stabiliteit van de muntunie”, stelt Peter Vanden Houte, Chief Economist van ING België. Daarom legt de Europese Commissie iets minder de nadruk op bezuinigingen. Het voorgestelde investeringsplan is dan weer te beperkt om een significante budgettaire stimulus te vormen. Om het huidige voorzichtige herstel duurzaam te maken, blijft het dan ook vooral kijken in de richting van de Europese Centrale Bank (ECB).

De ECB wil haar balanstotaal met 1000 miljard euro vergroten en zal daarom in de eerste jaarhelft van 2015 waarschijnlijk overheidsobligaties opkopen. Dit moet niet alleen leiden tot een goedkopere euro, maar zal ook verder wegen op de reeds zeer lage kortetermijnrentevoeten, die mogelijk negatief zullen worden. Hoewel dit niet automatisch betekent dat er een negatieve rente zal gelden voor spaardeposito’s, betekent het voor spaarders wel dat met de huidige lage intrestvoeten, de bodem nog niet bereikt is. De langetermijnrente, die momenteel zakt in de aanloop naar de verwachte aankopen van overheidsobligaties, zou in 2015 echter weer lichtjes kunnen stijgen. “De ervaring in de VS heeft immers uitgewezen dat de financiële markten eerder meer risicovolle activa verkiezen wanneer de centrale bank overgaat tot agressieve kwantitatieve versoepeling, waardoor overheidsobligaties iets minder goed liggen bij beleggers”, aldus Peter Vanden Houte.

Al bij al lijkt de eerste jaarhelft van 2015 te worden gekarakteriseerd door een lagere inflatie, een iets hogere groei en wereldwijd nog steeds een zeer soepele monetaire politiek. Een scherper dan verwachte groeivertraging in China en geopolitieke steekvlammen blijven belangrijke risico’s.

Divergerend monetair beleid en sterkere dollar goed voor Europese en Japanse aandelen

Beurzen blijven renderen… maar minder
Ondanks de weinig dynamische groei van de wereldeconomie en de beperkte beleidsruimte voor de overheid, blijven aandelen (in verhouding tot obligaties en cash) het meest rendabele beleggingsinstrument, aldus Thierry Masset, Chief Investment Officer van ING België. Maar een return met dubbele cijfers wordt zeer onwaarschijnlijk in 2015. In 2013 en 2014 bedroeg de beursopbrengst wereldwijd (in euro) liefst 15%. In 2015 zal de return zich tot één cijfer beperken.

Om een hogere return te bereiken, wordt een actieve beleggingsstrategie en het tijdig inspelen op veranderende tendensen belangrijker”, benadrukt Thierry Masset.

Eén van die veranderende tendensen is de dollarkoers. De Amerikaanse dollar is duidelijk aan een structurele opmars bezig tegenover de euro en de yen, mede ingegeven door het divergerend monetair beleid tussen de Verenigde Staten enerzijds en Europa en Japan anderzijds. De Amerikaanse Fed dringt haar liquiditeitsinjecties terug terwijl de Europese Centrale Bank en de Bank of Japan hun beleid nog verder versoepelen. Deze trend pleit voor een koopadvies voor Europese en Japanse aandelen (weliswaar ingedekt tegen het wisselrisico op de Japanse munt).

Monetair beleid creëert marktopportuniteiten
De zwakkere euro ondersteunt immers de winstgroei van de Europese bedrijven. Elke tien procent depreciatie van de euro kan de winst per aandeel met 10% verhogen, omdat iets meer dan de helft van de omzet van Europese bedrijven buiten de eurozone wordt gerealiseerd. Een verdere versoepeling van het Europese monetaire beleid, kan zeker voor aandelen van bedrijven in perifere landen een opsteker betekenen.

Op sectoraal vlak zouden Europese banken kunnen profiteren van het soepele monetaire beleid. De banken hebben hun balansen versterkt en hun aandelen zijn aantrekkelijk gewaardeerd. Voor bankaandelen kan de liquiditeitsinjectie van de ECB dan ook een kantelpunt betekenen voor de huidige dalende aandelenkoersen.

Ook Japanse aandelen beschikken over potentieel, en worden ondersteund door hun aantrekkelijke waardering en een aantrekkende Japanse economie en inflatie. Bovendien behoudt de Bank of Japan een ultra soepel beleid, gaan de Japanse pensioenfondsen meer investeren in Japanse aandelen en neemt de neerwaartse druk op de yen nog toe.

Obligaties bieden beperkt potentieel
Op de obligatiemarkt komt stilaan een einde aan de stierenmarkt die liefst drie decennia duurde. “Een krach lijkt echter weinig waarschijnlijk”, volgens Thierry Masset. “Mede door de mogelijke verdere versoepeling van het monetair beleid door de ECB, verwachten we een verdere vernauwing van de renteverschillen tussen de overheidsobligaties van de periferie (Spanje op kop) en de kernlanden.”

De CIO is kritisch over hoogrentende bedrijfsobligaties (high yield) en noemt deze duur, zeker in verhouding tot aandelen. De risicopremie op dit beleggingstype (renteverschil tegenover risicovrije obligaties) bevindt zich nu op historisch lage niveaus.

De tijdens de presentatie gebruikte slides vindt u hier.

____________________

Voor meer informatie:
Persdienst ING België: + 32 2 547 24 84, pressoffice@ing.be




Vanessa Zwaelens

Head of External Communication